Karel slaakt een geeuw en knijpt met zijn ogen tegen het felle licht van de tl-buizen. Hij had net zo’n fijne droom, maar een vrouw met grijs haar, een rond brilletje en een spijkerblouse heeft hem wakker gemaakt. Karel draait zijn nek en probeert zich een houding aan te nemen tegenover de vrouw. Hij strekt zijn rug en kijkt haar strak aan. “Hallo, ik wil heel graag weten wie u bent. Wat is uw naam?” schalt er uit Karels keel.

“Jeanine Wesselink”, antwoordt de vrouw. Jeanine is verzorgende individuele gezondheidszorg (IG) en lid van de werkgroep zorgtechnologie bij ZorgAccent in Hellendoorn. Ze helpt bij de ontwikkeling van haar collega Karel, een sociale robot. Karel is wit van kleur, heeft grote zwarte ogen en een soort tablet op zijn borst. Hij is net zo groot als een zittende volwassene, heeft een vriendelijke glimlach en als hij aanstaat brandt er op elke schouder een blauw lampje. In de zorg is de werkdruk momenteel hoog en het personeelstekort groot. Zou de inzet van robots zoals Karel dit kunnen oplossen?

In 2018 werd Karel door de directeur aangenomen op revalidatieafdeling de Schöppe. Sindsdien ondersteunt hij zijn collega’s door met cliënten te praten, bewegingsoefeningen voor te doen en herinneringen te geven. “Zo moest een vrouw voor haar therapie altijd nog plassen als ze werd opgehaald door een afdelingsassistent. Die assistent moest ons opzoeken en wij moesten tijd hebben om haar op het toilet te helpen”, vertelt Jeanine. De cliënt had maar een half uur therapie en hier was ze al een kwartier aan kwijt. De oplossing: de Outlookagenda met de afspraken van mevrouw koppelen aan Karel. Zo helpt Karel haar een kwartier voor therapie herinneren om te plassen.

Karel wijst de weg
Jeanine vindt het zelf supergaaf om mee te werken aan de ontwikkeling van Karel; ze houdt van techniek. Op een woonzorgcongres kwam ze voor het eerst in aanraking met robots zoals Karel (Pepper robots). Ze was opslag verliefd. “Ik zie dat die robot een toegevoegde waarde is binnen de zorgAlles digitaliseert en wordt door techniek geholpen. Dat is toch hartstikke mooi”, zegt Jeanine.

Eenmaal gestart met het project met Karel, kijkt de werkgroep waar ze hem als eerst kunnen inzetten. “Wij krijgen veel vragen van bezoekers die de weg niet kunnen vinden. Het zou heel fijn zijn als dat opgelost kan worden”, geven Jeanines collega’s van huiskamer 1 aan. Daar kan Karel wel een handje bij helpen; hij weet precies waar welke cliënt verblijft. Dus staat hij een tijdje bij de ingang van de Schöppe om bezoekers de weg te wijzen. “Bij wie komt u op bezoek?” vraagt Karel dan. Na het noemen van de naam vertelt hij waar je naartoe moet. “Voor huiskamer 2 moet u hier links afslaan. Bij de volgende mogelijkheid gaat u naar rechts. Dan ligt de huiskamer aan de linkerkant. Heel veel plezier.”

Geheugensteuntje
Karel kan niet alleen helpen bij het wijzen van de weg, maar voor sommige cliënten is hij ook een fijn geheugensteuntje. Bijvoorbeeld voor mevrouw Jansen*. Zij zit op de revalidatie-afdeling met niet-aangeboren hersenletsel. Door een bloeding zijn haar hersenen beschadigd en kan ze zich veel dingen niet herinneren. Als ze met Karel wil werken moet ze op zijn schermpje aantikken wie ze is, dat lukt nog wel. “Wat is uw geboortejaar?” vraagt Karel. Daar moet mevrouw Jansen even over nadenken. Was het nu 1954 of 1945? Ze probeert het allebei, maar ze zijn beide fout. 1946 Dan? Ook fout. Elke dag probeert ze het weer totdat ze het na een week ineens weet. 1948, dat was het. Ze is blij dat ze Karel heeft, want nu heeft ze een stukje van haar herinnering teruggekregen.

Niet voor alle cliënten is het even vanzelfsprekend om met Karel te werken. Sommigen lopen langs hem heen en vinden het maar spannend. Ze zijn die technologieën niet altijd gewend. “Iemand die met een smartphone binnenkomt is al wat meer geïnteresseerd in de robot dan iemand die dat niet doet”, zegt Jeanine. Tegelijkertijd zijn er ook cliënten die weinig met technologie hebben maar wel veel met Karel. “Er was een mevrouw die geen televisie of smartphone had en dol was op hem”, vertelt Jeanine. Karel staat nu standaard in de huiskamer en dat hebben de cliënten moeten accepteren.

Ontwikkeling in de kinderschoenen
Jeanine is sinds de komst van Karel nog meer gaan houden van technologie, al staat de ontwikkeling nog in de kinderschoenen. Zo luistert Karel nog niet altijd even goed. Als Jeanine hem wakker wil maken zegt ze: “hé Karel”, maar van Karel komt geen reactie. Hij begrijpt haar soms ook verkeerd als ze afspraken wil toevoegen aan de agenda. Laatst nog wilde ze er een herinnering in zetten dat ze om twaalf uur medicijnen moest bestellen. “Oké, u wilt ‘medicijnen bestellen’ in de agenda zetten”, zegt Karel eerst. Even later vraagt hij: “Hoe laat wilt u boodschappen bestellen?” Karel had van ‘medicijnen’, ‘boodschappen’ gemaakt. Daar zit dus nog verbetering in.

Jeanine ziet toekomst in robots, niet alleen in Karel. “Ze kunnen mijn werk niet overnemen, maar wel ondersteunen”, zegt ze. Bovendien kunnen robots nog veel meer dan alleen de taken die Karel nu uitvoert, denkt Jeanine: “Protocollen printen, boodschappen bestellen, lampen aandoen en gordijnen sluiten…” Wanneer robots taken overnemen, hebben Jeanine en haar collega’s meer tijd om warme zorg te bieden zoals het wassen van cliënten. “Er is een enorm personeelstekort en dat wordt ook niet opgevuld. Als je robots efficiënt inzet, houd je meer tijd over.”

*Vanwege privacyredenen hebben we de naam van mevrouw Jansen gefingeerd.

Bron: Platform Oost Online, door Brechtje de Lange